S v Moloinyane

• Jurisdiction: South Africa
• Judge: De Villiers R en Klopper R
• Judgment Date: 30 September 1964
• Hearing Date: 31 August 1964
• Court: Orange Free State Provincial Division

De Villiers, R.:

Appellant het tereggestaan in die landdroshof te Zastron op 'n aanklag dat hy

'wederregtelik en onwettiglik die Republiek van Suid-Afrika binnegekom het sonder dat hy in besit was van die nodige dokumente of nadat hy die H Republiek van Suid-Afrika binnegekom het, versuim het om 'n immigrasiebeampte te

De Villiers R

besoek en die nodige toestemming te verkry vir sodanige binnekoms en verdere verblyf in die Republiek'

in oortreding van art. 19 (3) van die Immigrasiewet, 22 van 1913, soos gewysig. Hy het onskuldig gepleit maar is, na aanhoor van getuienis, A skuldig bevind en gevonnis tot 20 dae gevangenisstraf opgeskort vir een jaar op voorwaarde dat hy die Republiek van Suid-Afrika binne 24 uur verlaat en nie weer daarheen terugkeer sonder die nodige magtiging deur die immigrasie-owerhede nie.

Art. 19 (3) van Wet 22 van 1913, soos vervang deur art. 2 (2) van Wet 27 B van 1937 en gewysig deur art. 2 van Wet 60 van 1961, bepaal soos volg:

'Indien iemand die niet gerechtigd is om de Unie binnen te komen of indien iemand die volgens het oordeel van de Minister ingevolge para. (a) van sub-art. (1) van art. 4, hetzij persoonlik, hetzij omdat hij tot een bepaalde klasse van personen behoort, niet voldoet aan de eisen van de Unie van een of andere provincie, en die niet gerechtigd is om een bepaalde provincie binnen te komen, respektievelik de Unie of die provincie binnenkomt en niet zo spoedig als doenlik na zijn binnenkomst C voor een paspoortbeheerbeampte verschijnt of indien zo iemand nadat hij voor een paspoortbeheerbeampte verschenen is, in de Unie of in voormelde provincie blijft zonder een permit verkregen te hebben, dat hem het recht verleent om de Unie of bedoelde provincie binnen te komen, dan is hy aan een overtreding schuldig en strafbaar met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden en onverschillig of hij al dan niet aan die overtreding schuldig bevonden is, kan een paspoortbeheerbeampte hem, indien hij niet in hechtenis is, zonder lastbrief in hechtenis nemen of D doen nemen en hem krachtens een lastbrief uit de Unie of uit bedoelde provincie verwijderen of doen verwijderen en hangende zjin verwijdering hem op een door regulaties bepaalde wijze aanhouden of doen aanhouden.'

Teen bogemelde skuldigbevinding het appellant in hoër beroep gekom en terselfdertyd aansoek gedoen vir kondonasie. Kondonasie is toegestaan, E die appèl is gehandhaaf en die Hof het gemeld dat redes later ingehandig...